Als schoolleider probeer je het beste uit je leerkrachten te halen. Dus zodra je je kunt losmaken van de waan van de dag ga je de klassen in, observeer je je leerkrachten, vink je aan welke vaardigheden de leerkrachten lieten zien en vertel je hun wat goed gaat en wat beter kan. Merk je geen significante verbetering? Misschien is dan De Vier Sleutels aanpak iets voor jou.
Tijdschrift PO Management (november 2019)
Voor het in beeld brengen van instructiegedrag van leerkrachten zijn al veel observatie-instrumenten beschikbaar. Dat realiseert instructiecoach Theo Wildeboer zich heel goed. ‘Veel methodieken gaan uit van een checklist. Daarmee ga je als schoolleider na of de leerkracht aan een aantal eisen heeft voldaan. Sommige checklists bevatten wel 140 punten waarop de les en de leerkracht feitelijk wordt beoordeeld. En zo voelt het ook voor de leerkracht: alsof hij wordt beoordeeld. Vaak is van een dialoog geen sprake.’
Uitnodiging tot zelfreflectie
De Vier Sleutels werkt wezenlijk anders, aldus Wildeboer. ‘Onze aanpak geeft een schoolleider handvatten om lessen te observeren en vervolgens met de leerkracht in gesprek te gaan. En dan niet in termen van goed of fout, maar om de leerkracht te helpen op zijn eigen lessen te reflecteren, te onderkennen waar zijn aanpak effectief was en waar niet, en helder te krijgen hoe zijn les aan effectiviteit kan winnen.’
Goede instructie
Wildeboer gebruikt doelbewust het woord ‘effectiviteit’. ‘Uiteindelijk telt er maar één ding: hebben de leerlingen geleerd wat ze moesten leren? Dat begint met een goede instructie, inclusief een heldere omschrijving van het leerdoel. Dat doe je als leerkracht niet alleen voor jezelf, je vertelt je leerlingen ook aan het begin van de les wat ze na afloop van de les zouden moeten hebben geleerd. Vervolgens controleer je na afloop in hoeverre de leerdoelen zijn bereikt en – als dat niet het geval is – waar het schip strandde.’
Andere benadering
Dus het verschil zit hem in de manier waarop de schoolleider de leerkracht benadert? Wildeboer: ‘Ja, dat is een van de sterke punten van ons instrument voor lessenobservatie. Als je het gevoel hebt dat je wordt beoordeeld, wil je zoveel mogelijk punten scoren. Dat geldt voor iedereen die wordt beoordeeld, ook voor leerkrachten. Bij een mindere beoordeling roept zo’n benadering vaak een defensieve reactie op: ‘Jij hebt dan misschien niet in deze specifieke les gezien dat ik die vaardigheid heb, maar die heb ik wel degelijk!’
Met onze methode blijf je weg van defensieve reacties en nodig je de leerkracht uit om in alle openheid en eerlijkheid te reflecteren op zijn manier van lesgeven en samen te zoeken naar hoe het effectiever kan. Je vertelt dus niet wat de leerkracht beter anders kan doen, maar helpt hem om zelf zicht te krijgen op een effectievere aanpak. Op ruimte voor verbetering. Zo wordt hij de regisseur van zijn eigen functioneren en zijn eigen lessen. Dat is een ontwikkelingsgerichte aanpak en die werkt veel beter en is prettiger voor de relatie. Mensen willen immers best veranderen, maar niemand wil veranderd worden.’
Uitgebreid getest in de praktijk
Wildeboer en zijn collega’s werkten ruim twee jaar aan hun methodiek en testten hem uitgebreid in de praktijk. ‘We hebben inmiddels zo’n 150 directeuren, adjunct-directeuren en IB’ers, verdeeld over negentig scholen, in deze methode getraind. We reiken hun de nieuwste wetenschappelijk inzichten omtrent lesgeven aan en trainen hen in het voeren van reflectieve nagesprekken. We krijgen veel enthousiaste reacties.
Het blijkt dat de methode mensen bereid maakt kritisch naar hun eigen functioneren als leerkracht te kijken, vanwege de constructieve manier van benaderen. ‘Niet vinken maar vonken’, noemen wij dat. De methode laat ook zien of de leerkracht een achterstand in kennis heeft. Tijdens het reflectiegesprek kan deze kennis worden aangevuld, of je kunt naar aanleiding van de reflectie samen besluiten om nascholing in te zetten.’
Zoals de naam al doet vermoeden stoelt De Vier Sleutels op vier sleutels. Wildeboer: ‘Volgens ons zijn er vier sleutels voor een effectieve les. In feite zijn het vier vragen. Stelt de leerkracht een scherp leerdoel in de les? Volgt de leerkracht ‘de kortste weg naar Rome’? Stimuleert de leerkracht de actieve betrokkenheid van leerlingen? En tot slot: stemt de leerkracht af op verschillen? Dat zijn tevens de bouwstenen voor de diverse materialen die we bij het boek ‘Slim! De vier sleutels voor een effectieve les’ hebben samengesteld: een Reflectiebox Instructiegedrag inclusief training, een Teamspel en Tipkaarten.’
‘Onze aanpak geeft een schoolleider handvatten om lessen te observeren en vervolgens met de leerkracht in gesprek te gaan.’
De juiste vragen
De aanpak stelt (adjunct-)directeuren en IB’ers in staat de juiste vragen te stellen, aldus Wildeboer. ‘Laatst woonde ik een les bij waarin kinderen leerden een tekst samen te vatten. Dat vonden ze lastig. Toen ik samen met de directeur en de leerkracht de resultaten bekeek, zag ik dat ze op allerlei verschillende manieren te werk waren gegaan. Het ene kind onderstreepte bepaalde zinnen, een ander kind onderstreepte sommige zinnen en haalde ander door en weer een ander kind werkte met kleuren. Een van de leerlingen had helemaal niets gedaan.
De vier sleutels voor een effectieve les in de praktijk
In een voorbeeldgesprek voor de directeur vroeg ik naderhand aan de leerkracht wat ze vond van de resultaten. Ze bleek niet heel tevreden te zijn. Ik vroeg waarom. Ze zei dat ze de indruk had dat slechts één leerling de opdracht echt goed had begrepen. Dat merkte ze al snel, want nog tijdens het maken van de opdracht stelden de leerlingen aanvullende vragen.
Kortom, de leerkracht kwam door de vraag over het leerlingenwerk zelf tot de conclusie dat haar instructie onduidelijk was geweest. Ik vroeg haar daarop hoe ze ‘t in het vervolg zou aanpakken. Ze zei: ‘Ik zou voortaan eerst uitleggen wat samenvatten precies is, de stappen ook, en aan welke eisen een goede samenvatting voldoet. Dat er de kern van het verhaal in staat, maar in andere woorden en zonder voorbeelden. En ik zou de kinderen ook een stappenplan geven.’
Kortom, door op de juiste manier met de leerkracht het gesprek aan te gaan en niet alsmaar te hameren op de tekorten in de les, kwam ze er zelf achter dat de effectiviteit van haar les laag was geweest en dat een betere voorbereiding, met name op het stukje ‘uitleg in stapjes en dit goed demonstreren’, een beter resultaat had opgeleverd.’
Over de auteur
Drs. Theo Wildeboer is onderwijskundige en ondersteunt schoolleiders, leraarcoaches, intern begeleiders en leerkrachten bij het effectiever maken van lessen door wetenschappelijke kennis, technieken en instrumenten aan te reiken waarmee op lessen gereflecteerd kan worden. Hij bedacht ‘De 4 sleutels voor een effectieve les’ en ontwikkelde onder andere de Reflectiebox Instructiegedrag, een methodiek om leerkrachten te laten reflecteren op de effectiviteit (impact) van hun les. Over de training: www.deviersleutels.nl.